Dropout 16 jaar: vasthouden aan pijnlijk verleden veiliger dan hopen dat
het in de toekomst beter zal gaan..
Vandaag met een 16 jarige hoogbegaafde dropout in gesprek. Bijdehand,
alert, heeft overal een antwoord op 🙂
De woorden altijd, nooit, iedereen en niemand vlogen me om de oren. Het
gesprek ging in eerste instantie over rust.
Hij had NOOIT rust ervaren. En is er ook heilig van overtuigd dat
NIEMAND dat OOIT ervaart.
In eerste instantie ging ik vooral op de inhoud in, ik vertelde hem dat
ik ook lang geen rust had ervaren in mijn leven, maar dat ik door veel
training en oefenen nu steeds vaker en langer rust kan ervaren: in m’n
hoofd, in mijn lichaam, in mijn zijn.
Maar wat ik ook zei, hij geloofde er gewoon niet in. Zijn goed recht ook
wie ben ik om hem het tegendeel te bewijzen, wat voegt dat nu toe?! En
toch ging ik door. Zo stellig als hij was dat NIEMAND OOIT rust ervaart,
zo stellig bleef ik herhalen dat het puur zijn heilige overtuigingen
waren die ervoor zorgen dat ook NIEMAND het zal lukken hem ervan te
overtuigen dat diegene wél rust ervaart. En doordenkend: dat híj ooit
rust zal ervaren… Hij zet die overtuigingen als een soort filter om de
wereld en gaat er vanuit dat wat hij voelt hetzelfde is bij anderen.
Gaandeweg het gesprek voelde ik de energie veranderen. De richting was
wat veranderd. Het ging nu over positieve feedback kunnen ontvangen,
positief denken over jezelf. Hij zei dat NOOIT IEMAND positief tegen hem
was geweest in zijn verleden (en als het wel positief was, dan was hij
het er zelf niet mee eens, dusss…). Ik zei: “Ik vind je een leuke
jongen! Of jij het wel of niet gelooft, ik vind dat. Dat is van mij.”
Maar.. Hij bleef herhalen: er was NOOIT IEMAND die….
Doordat ik geen centimeter meegaf in zijn heilige overtuigingen en zelfs
van het tegendeel overtuigd ben en dat op hem persoonlijk speelde, kwam
er een barst in zijn verdedigingsmechanisme. Zijn onderkin begon te
trillen. Zijn ogen werden vochtig. Nu hield ik me stil.
Het deed me beseffen dat voor hem positiviteit nog veel onveiliger
voelt, dan de negativiteit van zijn onveilige verleden. Liever dat
herhalen, want dat kent hij en is vertrouwd, dan het uitproberen van
positief leren denken, want dan kan er weer pijn en verdriet komen: dat
was immers zijn ervaring keer op keer.
Hij wilde bij ons weglopen, maar mijn medebegeleider bood hem een arm om
zijn schouders aan. Die hij accepteerde. Hij huilde. Als de kleine
jongen die diep van binnen in hem zit en die in zijn verleden zoveel
pijn en verdriet heeft ervaren. Die het destijds niet kon verwerken en
dat heeft opgelost door dikke muren van stevige overtuigingen om zich
heen te zetten.
De manier waarop ik hem spiegelde lijkt wellicht in eerste instantie
onconventioneel. Er is iets mee doorbroken, dat voelde ik. Ik doe dat
spiegelen van het gedrag ook bewust, ik heb dat ook naar hem benoemd,
maar wat ik op zo’n moment nog niet weet is het effect dat het heeft op
deze jongen.
Toen ik even later op zat te warmen bij de verwarming vroeg ik me even
af: is hij nog ok met me? Was wat ik deed ok, heb ik voldoende duidelijk
kunnen maken dat mijn bedoelingen goed voor hem zijn?
Toen hij een uur later met gitaar in de zithoek kwam zitten en contact
zocht wist ik dat het ok was. Dat hij op onbewust én bewust niveau echt
gevoeld heeft dat mijn intentie naar hem zuiver en positief is geweest.
Mijn medebegeleider koppelde later aan me terug dat de jongen zich in
eerste instantie door mij aangevallen voelde.
Maar later met de opmerking kwam dat nog nooit (😉) iemand die als
vrijwilliger werkt zo in hem geïnvesteerd had… Dat terughoren doet
twee dingen met me: het verwarmt mijn hart. Want ik voel de potentie van
deze jongen. Wat al in hem zit en wat er nog uit zal komen als de tijd
rijp is. En dat niet alleen: dat het goed is te vertrouwen op mijn
gevoel.
En de andere is dat ik verdriet voel. Verdriet om mijn eigen verleden,
waarin ik ook zo ontzettend geworsteld heb. En om alle jongeren die nu
ook met zichtbare of onzichtbare pijn en verdriet rondlopen en zich
anders, alleen en onbegrepen voelen. Het wegstoppen achter dikke muren
vol woorden, begrippen en overtuigingen. “Keep out” roepen ze van
binnen, soms zelfs van buiten.
Maar dat kan ik dus niet. Niet meer. I won’t keep out. Elke keer dat het
me lukt een ingang te vinden, hoe onconventioneel en spannend dat soms
ook voelt, ben ik blij. Heel blij. Dat weer iemand op deze aardbol weet
dat ie echt gezien, gehoord en gevoeld is. Begrepen wordt. Er mag zijn.
Het waard is om in te investeren.